Toen we trouwden en kinderen kregen kwam er niet meer van om naar het kamp te gaan tot we hoorden van een moederkamp. Je kon de kinderen meenemen en de moeders hadden dan echt vakantie. Dat leek me wat, mijn man vond het goed en samen met Trien, mijn vriendin gingen we kampwaarts en namen elk 2 kinderen mee. Voor de kinderen werd goed gezorgd door meisjes die daar een deel van hun vakantie voor over hadden. Wij sliepen boven de deel op een hooizolder en de kinderen boven de varkensstal, dat rook daar niet lekker, het kroost scheen er niet veel last van te hebben maar de hulpen wel! 's Morgens werden we gewekt met thee en een beschuitje, maakten ons klaar en hielden "stille tijd". Dan ochtendgymnastiek en het ontbijt. Vervolgens corvee met elkaar, dan koffie en om half elf bijbelbespreking. Dan vrij tot we gingen eten. 's Middags leuke dingen, ergens heen, wandelen, fietsen, of een speurtocht. Wat waren dat fijne avonden als we in het strodak zaten en met elkaar over de Bijbel spraken. Het strodak was een leuk klein huisje dat op het erf van de boer stond. Het was heel gezellig gemaakt met gekleurde doeken en er hing ook een geborduurde doek waarop stond "Draag vrucht". Zegt Trien op een keer peinzend kijkend naar het doek: "Wat, is nou toch een draagvrucht?". Wat hebben we gelachen. Het moederkamp werd toen in Laag Soeren gehouden.